Deze onderzoekslijn focust op de participatie aan het sociaal-cultureel werk, met een nadruk op twee van zijn centrale instellingen: de openbare bibliotheek en de cultuur- en gemeenschapscentra. Het betreft in principe twee instellingen die ingebed zijn in de lokale gemeenschap en al dusdanig laagdrempelig zijn. Twee instellingen ook die door de beleidsmakers expliciet bedoeld zijn om cultuur naar de bevolking te brengen en hierbij niet alleen de bevolking te bedienen die al participeert aan verschillende cultuur-uitingen, maar vooral ook om de drempels te verlagen voor die groepen die traditioneel moeilijker te bereiken zijn (laaggeschoolden, armen, …) of die minder mobiel zijn en/of bereid zijn grotere afstanden te overbruggen om aan cultuur te participeren (zoals de oudere bevolking).

Op basis hiervan is het duidelijk dat er hierbij twee belangrijke aspecten van culturele participatie een cruciale rol spelen: het stimuleren van de vraag naar en de variatie van het aanbod aan cultuur. Het eerste aspect is wellicht het meest bestudeerde en misschien ook wel het belangrijkste aspect. Dit betekent dat de participanten en niet-participanten in kaart gebracht moeten worden, de variaties en veranderingen in de mate van participatie en de eventuele drempels of redenen voor niet-participatie bestudeerd moeten worden. Hierbij kan ook gedacht worden aan de analyse van de impact van (non)participatie voor de culturele en sociale integratie, voor waardenvorming en houdingen, voor de gemeenschapsvorming en de transfer van culturele competenties en houdingen naar volgende generaties. Om de cultuurparticipatie, vooral bij moeilijker te bereiken groepen, te stimuleren is het echter onvoldoende de drempels in kaart te brengen met de bedoeling ze te proberen te slechten. Het is ook belangrijk na te denken over het aanbod en de invloed van variaties in het aanbod  op de participatie aan (lokale) cultuur. De aandacht voor dit tweede aspect is eerder beperkt en van recentere datum. Met dit onderzoekspakket willen we deze traditie doorzetten en verbreden.

Om de participatie aan lokale cultuur in kaart te brengen baseren we ons in eerste instantie op de data van de participatiesurveys (2003-4, 2009 en 2014). Als partner in de vorige Steunpunten Cultuur heeft de onderzoeksgroep TOR over de jaren verschillende databanken verzameld waarin indicatoren van diverse aspecten van cultuurparticipatie in opgenomen zijn. Zo heeft TOR gebruikersonderzoek gedaan in openbare bibliotheken (2004), cultuurcentra (2005-2007), alsook studies verricht naar de invloed van karakteristieken van cultuurcentra (2005-10) en bibliotheken (2006-10) op het bereik van bepaalde deelpublieken. Indien nodig kunnen op deze data aanvullende analyses gedaan worden die de analyses van de Participatiesurvey verrijken.

In het kader van het vorige steunpunt werden op basis van de Participatiesurvey 2014 eerste beschrijvende analyses uitgevoerd m.b.t. lokale cultuurparticipatie. In het eerste werkjaar van het nieuwe kenniscentrum willen we deze analyses verder uitdiepen. In de eerste analyses brachten we o.m. de participanten in kaart, beschreven evoluties over de tijd, probeerden de uitval bij bibliotheekbezoek te duiden en werden de activiteiten van participanten in cultuurcentra beschreven. We willen deze analyses op basis van de data van de drie participatiesurveys verder uitdiepen door participanten en non-participanten aan lokale cultuur diepgaander te portretteren op basis van hun algemene culturele profiel. In welke mate onderscheiden deze groepen zich van elkaar in termen van hun cultuurparticipatie in het algemeen en in termen van hun deelname aan specifieke cultuurvormen?